Algemene info over Morele Verantwoording aan DGD
In het huidige KB vervangt de morele verantwoording (verantwoording via IATI en performantiescores en geleerde lessen per outcome) de vroegere narratieve jaarrapporten.
Volgens het KB van 11 september 2016 art. 45 § 1 en § 2 omvat de morele verantwoording van het programma 2017-2022 vier aspecten. De term morele verantwoording verwijst naar alle niet-financiële verantwoording over het DGD-programma. Dit omvat alles over de opvolging van de uitvoering van het programma. Het gaat over volgende vier aspecten:
Wat? | Wanneer? | Publiek of intern? | Contactpersoon | ||
---|---|---|---|---|---|
Art.45 §1 1° |
(1) Een gestandaardiseerde fiche per outcome conform de standaard van IATI |
Jaarlijks |
30 april |
Publiek - via het IATI register |
Paola |
Art.45 §1 2° |
(2a) Performantiescores op basis van het door de administratie vastgestelde formaat |
Jaarlijks |
30 april |
Delen met DGD - via het extranet voor ANGS |
Paola |
(2b) + geleerde lessen |
Jaarlijks |
30 april |
Delen met GSK-collega’s - via het GSK-extranet |
Paola | |
Art.45 §1 3° |
(3) Evaluatierapporten van de interventie samen met de management response daarop |
Mid-term + Einde programma periode |
3 maanden na ontvangst van definitieve versie evaluatierapport |
Publiek - via de website van de organisatie |
Paola |
Art.45 §2 | (4) Moreel eindrapport |
Na programma |
30 juni |
KB 11 september 2016
Afdeling 2. — Morele verantwoording
Art. 45. § 1 De gesubsidieerde organisatie rapporteert aan de administratie over de voortgang van haar interventie, tijdens de volledige duur en op de volgende wijze :
1° door het bijwerken en publiceren, ten minste jaarlijks, en ten laatste op 30 april van elk jaar, van een gestandaardiseerde fiche per outcome van de interventie op basis van het door de administratie vastgestelde formaat, conform de standaard van het International Aid Transparency Initiative (IATI), zoals beschreven op de internetsite http://iatistandard.org/;
2° door het voorleggen aan de administratie, voor 30 april van elk jaar, van scores voor de performantie van de interventie op basis van het door de administratie vastgestelde formaat;
3° door het voorleggen aan de administratie van de evaluatierapporten van de interventie, samen met de management response daarop, binnen 30 dagen na de goedkeuring van deze response door de organen van de organisatie, of binnen drie maanden na ontvangst van de definitieve versie van het evaluatierapport.
Wanneer de in het eerste lid, 2° bedoelde score voor performantie van de interventie of het in het eerste lid, 3° bedoelde evaluatierapport duidt op een probleem in de uitvoering van de interventie of de realisatie van de ontwikkelingsresultaten, brengt de organisatie een speciaal rapport over, samen met deze, waarmee de administratie de oorzaak van het probleem kan analyseren, en de getroffen corrigerende maatregelen kan beoordelen.